Dezelfde betekenis (synoniemen)

1 geschiktheid, talent

Betekenis:

het natuurlijke vermogen of de geschiktheid voor iets

Voorbeeld:

Hij heeft een aanleg voor muziek.

2 presentje, geschenk, begaafdheid, gave, predispositie, talent

Betekenis:

een inherent potentieel of talent, vaak gezien als een geschenk

Voorbeeld:

Haar aanleg voor kunst werd al op jonge leeftijd duidelijk.

3 gemak

Betekenis:

de vaardigheid iets met gemak of natuurlijkheid te doen

Voorbeeld:

Met zijn aanleg lukte het hem gemakkelijk om het probleem op te lossen.

4 neiging

Betekenis:

een natuurlijke tendens of neiging tot bepaald gedrag

Voorbeeld:

Zijn aanleg tot nadenken maakte hem tot een goede onderzoeker.

5 handigheid, behendigheid, vernuft, kundigheid, geschiktheid, competentie, gave, capaciteit, begaafdheid, vermogen, bekwaamheid, talent, bedrevenheid, geoefendheid, habiliteit, kwalificatie, vaardigheid, verworvenheid

Betekenis:

het vermogen om vaardigheden te ontwikkelen en uit te oefenen

Voorbeeld:

Zijn aanleg voor talen hielp hem snel meerdere talen te leren.

6 susceptibiliteit, ontvankelijkheid, lichtgeraaktheid, gevoeligheid, dispositie, predispositie, vatbaarheid

Betekenis:

de mate van gevoeligheid voor invloeden of veranderingen

Voorbeeld:

Haar aanleg voor allergieën betekende dat ze voorzichtig moest zijn met wat ze at.

STORE 

BRON: Open Multi-Lingual WordNet, https://omwn.org/

Ziet u fouten in de woordenlijst? Of staan er ongewenste woorden tussen? Laat dan hier een bericht voor mij achter.