Dezelfde betekenis (synoniemen)

als zelfstandig naamwoord:

1 aberratie, abnormaliteit, afwijking, anomalie, deviatie, ecart, swing

Betekenis:

een afwijking van de norm

Voorbeeld:

De afwijking in zijn testresultaten was significant en vereiste verder onderzoek.

als werkwoord:

2 liegen, om_iets_heen_draaien, dubbelzinnig_spreken, terugkrabbelen, om_de_hete_brei_dansen, rond_de_pot_draaien, draaien

Betekenis:

afwijken van de waarheid

Voorbeeld:

Hij probeerde te afwijken van het onderwerp tijdens het debat.

3 verlaten

Betekenis:

afwijken van een geplande route of pad

Voorbeeld:

De wandelaar besloot van het pad af te wijken om het bos te verkennen.

6 uitwijden, afdwalen

Betekenis:

van het onderwerp afdwalen

Voorbeeld:

Tijdens het overleg begon ze over haar vakantie te praten en week ze van het onderwerp af.

8 denigreren, bagatelliseren, kleineren

Betekenis:

iets kleiner of minder belangrijk maken dan het werkelijk is

Voorbeeld:

Hij probeerde de ernst van de situatie af te wijken door het als onbelangrijk af te doen.

STORE 

BRON: Open Multi-Lingual WordNet, https://omwn.org/

Ziet u fouten in de woordenlijst? Of staan er ongewenste woorden tussen? Laat dan hier een bericht voor mij achter.