Dezelfde betekenis (synoniemen)

als zelfstandig naamwoord:

1 firma, bezoeker

Betekenis:

een georganiseerde reis naar een plaats of evenement

Voorbeeld:

Het bedrijf organiseerde een bezoek aan de jaarlijkse beurs.

2 visite

Betekenis:

het bezoeken van iemand, meestal voor sociale doeleinden

Voorbeeld:

Hij bracht een bezoek aan zijn familie tijdens de vakantie.

als werkwoord:

3 visite, opzoeken, bezoeken, bezichtigen

Betekenis:

ergens naartoe gaan om het te zien of te inspecteren

Voorbeeld:

Elke zondag bezoek ik mijn grootouders.

STORE 

BRON: Open Multi-Lingual WordNet, https://omwn.org/

Ziet u fouten in de woordenlijst? Of staan er ongewenste woorden tussen? Laat dan hier een bericht voor mij achter.