Gezocht naar synoniemen voor 'gaan':
Dezelfde betekenis (synoniemen)
1
afgaan op, koersen, naderen
Betekenis:
zich in een bepaalde richting bewegen
Voorbeeld:
Hij ging op het licht af.
2
lopen, zich begeven
Betekenis:
zich te voet begeven
Voorbeeld:
Elke ochtend gaat zij te voet naar haar werk.
3
verlopen, geschieden, gebeuren
Betekenis:
zich op een bepaalde manier ontwikkelen of voortzetten
Voorbeeld:
Hoe is de vergadering gegaan?
4
weggaan, vertrekken, opstappen, aftaaien, verlaten, afscheid nemen
Betekenis:
zich verwijderen van een plaats
Voorbeeld:
Hij gaat morgen vroeg weg.
Zeg het andersom (antoniemen)
STORE
BRON: Mick
Ziet u fouten in de woordenlijst? Of staan er ongewenste woorden tussen? Laat dan hier een bericht voor mij achter.