Dezelfde betekenis (synoniemen)

1 abandonneren, afzien, loslaten, opgeven, prijsgeven, vaarwelzeggen, verlaten

Betekenis:

iets niet langer willen of kunnen doen, loslaten of opgeven.

Voorbeeld:

Hij besloot zijn oude gewoontes te laten hangen en een nieuwe start te maken.

2 hangende_zijn, afhangen_van, aankomen, afhangen, liggen, neerkomen

Betekenis:

in een situatie zijn waarin iets van iets of iemand afhangt.

Voorbeeld:

Het succes van het project hangt af van de beschikbaarheid van middelen.

3 uithangen, vastlopen, volhangen, neerhangen, ophangen

Betekenis:

iets ophangen, vaak aan of over een steunpunt.

Voorbeeld:

Ze hing de schilderijen aan de muur.

4 opknopen

Betekenis:

met een touw of koord vastmaken in een ophang positie.

Voorbeeld:

Hij hing zijn jas aan de kapstok.

5 bidden, zweven

Betekenis:

in de lucht zweven zonder vaste grond.

Voorbeeld:

De rook hing in de lucht na het vuurwerk.

6 hechten, vastzitten

Betekenis:

gehecht of verbonden zijn aan een ander object.

Voorbeeld:

De poster hing vast aan de muur met plakband.

STORE 

BRON: Open Multi-Lingual WordNet, https://omwn.org/

Ziet u fouten in de woordenlijst? Of staan er ongewenste woorden tussen? Laat dan hier een bericht voor mij achter.