Dezelfde betekenis (synoniemen)

als zelfstandig naamwoord:

1 hapje, knabbeltje, snack, tussendoortje, versnapering

Betekenis:

een kleine hoeveelheid voedsel, vaak gegeten als snack

Voorbeeld:

Na de lunch genoot ik van een kleine hap.

2 brok, beet

Betekenis:

een portie eten die in één keer kan worden afgebeten of gegeten

Voorbeeld:

Hij nam een grote hap van zijn appel.

3 deel, gedeelte, part, stuk, stukje

Betekenis:

een deel van iets groter

Voorbeeld:

Ze gaf me een hap van haar inkomen.

als werkwoord:

4 afbijten, bijten, happen

Betekenis:

de actie van afbijten of snel eten

Voorbeeld:

De hond hapte naar de traktatie.

STORE 

BRON: Open Multi-Lingual WordNet, https://omwn.org/

Ziet u fouten in de woordenlijst? Of staan er ongewenste woorden tussen? Laat dan hier een bericht voor mij achter.