Dezelfde betekenis (synoniemen)

als zelfstandig naamwoord:

1 hoorn, waldhoorn

Betekenis:

muziekinstrument van koper

Voorbeeld:

De hoorn werd gespeeld tijdens het concert.

2 hoorn, hoorntje

Betekenis:

verhoogde rand of omhulsel van een voorwerp

Voorbeeld:

Het hoorntje hield zijn gewicht niet meer.

als werkwoord:

3 behoren, toebehoren, toehoren

Betekenis:

bij iets of iemand behoren, eigendom zijn

Voorbeeld:

De fiets hoort bij mij.

4 aangaan, behoren, betamen, passen

Betekenis:

een morele verplichting hebben, passend zijn

Voorbeeld:

Het hoort dat je je ouders bezoekt.

5 behoren, thuishoren

Betekenis:

ergens thuis zijn, passen bij een plaats of situatie

Voorbeeld:

Het schilderij hoort in het museum.

6 thuishoren, behoren

Betekenis:

netjes zijn, overeenkomen met de normen

Voorbeeld:

Deze schoenen horen bij het kostuum.

8 leren, uitvinden, vernemen

Betekenis:

iets te weten komen

Voorbeeld:

Ik hoorde over het nieuws van hem.

9 lezen, voorlezen

Betekenis:

via een medium, zoals een boek, informatie verkrijgen

Voorbeeld:

Ik hoorde het verhaal toen ik het las.

STORE 

BRON: Open Multi-Lingual WordNet, https://omwn.org/

Ziet u fouten in de woordenlijst? Of staan er ongewenste woorden tussen? Laat dan hier een bericht voor mij achter.