Dezelfde betekenis (synoniemen)

als zelfstandig naamwoord:

1 akkoord_gaan, goedkeuren, bereid_verklaren, goedkeuring, instemming, jawoord

Betekenis:

De actie of toestand van het akkoord gaan met iets.

Voorbeeld:

De instemming van de leden was nodig om verder te gaan met het project.

als werkwoord:

2 toestemmen, goedvinden, accepteren, aanvaarden

Betekenis:

Een situatie of voorstel accepteren of ermee akkoord gaan.

Voorbeeld:

De raad besloot unaniem in te stemmen met het nieuwe beleid.

3 concorderen, goedkeuren, toestemmen, het_eens_zijn, aansluiten, accorderen, bijvallen, onderschrijven, ondersteunen, overeenstemmen, schragen

Betekenis:

Hetzelfde standpunt of gevoel delen als anderen, vaak na overleg.

Voorbeeld:

Na een lang gesprek stemden de partners in met de voorgestelde veranderingen.

4 berusten, toegeven, bewilligen, inwilligen, toestemmen

Betekenis:

Met tegenzin iets accepteren of erin berusten.

Voorbeeld:

Uiteindelijk stemde hij in met het compromis, al was hij er niet geheel tevreden mee.

STORE 

BRON: Open Multi-Lingual WordNet, https://omwn.org/

Ziet u fouten in de woordenlijst? Of staan er ongewenste woorden tussen? Laat dan hier een bericht voor mij achter.