M i c k s  S y n o n i e m e n b o e k
Synoniemen Rijmwoorden
Woord-links:

Gezocht naar synoniemen voor 'lul':

Dezelfde betekenis (synoniemen)

1 reet, hufter, gat, klootzak

Betekenis:

Een scheldwoord voor een onaangenaam persoon.

Voorbeeld:

Hij gedroeg zich als een echte lul tijdens de vergadering.

2 hoerenjong, moederneuker, mogool, eikel, beroerling, ellendeling, etter, etterbak, etterbuil, fielt, fluim, gemenerik, hond, hondelul, hondenlul, individu, kankerlijer, kelerelijder, kelerelijer, klerelijer, kloothommel, klootspiraal, klootzak, kwal, lamgat, lammeling, lamstraal, lamzak, lazersteen, lazerstraal, lelijkerd, loeder, lulhannes, lulletje, miesgasser, mispunt, naarling, onverlaat, paardelul, paardenlul, patjakker, pleurislijder, ploert, plurk, pokkenlijder, pokkenlijer, pokkenvent, rasploert, reptiel, rotzak, schoelje, schoft, sekreet, serpent, smeerlap, smiecht, teringlijder, tyfuslijer, vuilak, zak, zakkenwasser, zwijn

Betekenis:

Een grove benaming voor een zeer onsympathiek of verachtelijk persoon.

Voorbeeld:

Wat een enorme lul is die vent toch met zijn grove beledigingen.

3 fallus, fluit, geslachtsdeel, jongeheer, joystick, klok-en-hamerspel, leuter, lid, mannelijkheid, paal, penis, piel, piemel, pik, pisser, plasser, potlood, roe, roede, sannie, snikkel, tamp, tampeloeres, zwengel

Betekenis:

Een informele of vulgaire benaming voor het mannelijk geslachtsdeel.

Voorbeeld:

Hij schrok toen hij tijdens de gymles zijn lul door zijn sportbroek zag.

4 instrument, werktuig, hulpmiddel, gereedschap, slaaf, slavin

Betekenis:

Een werktuig of instrument dat helpt bij het uitvoeren van een taak.

Voorbeeld:

Hij gebruikte een lul om het moeilijke klusje te klaren.

5 piemel, sukkel, appelflap, augurk, dodo, dombo, domoor, drol, droplul, druiloor, eend, eendvogel, ei, eikel, ezel, ezelskop, ezelsveulen, flapdrol, gehaktbal, hals, hansworst, ignorant, kalf, kalfskop, kloris, koe, kuiken, kwezel, leeghoofd, minkukel, nitwit, oelewapper, oen, oetlul, onbenul, rund, schaapskop, slaapkop, stomkop, stommeling, stommerd, stommerik, sufferd, sufkont, sufkop, uil, uilebal, uilenbal, uilskuiken, waterhoofd, weetniet

Betekenis:

Een dom persoon of sukkel.

Voorbeeld:

Hij speelde weer de lul door de simpele vraag fout te beantwoorden.

6 fluit, geslachtsdeel, jongeheer, joystick, leuter, lid, penis, piel, piemel, pik, pisser, plasser, potlood, sannie, snikkel, tamp, tampeloeres, zwengel

Betekenis:

Een informele term voor het mannelijk geslachtsdeel.

Voorbeeld:

Tijdens de medische les werd de anatomie van de lul besproken.

7 toeter, slurf, pik, prik

Betekenis:

Een informele of kinderlijke benaming voor een gebogen of lang voorwerp zoals een slurf of toeter.

Voorbeeld:

Kinderen wijzen vaak naar de slurf van een olifant en maken grapjes over de 'lul'.

STORE 

BRON: Open Multi-Lingual WordNet, https://omwn.org/

Ziet u fouten in de woordenlijst? Of staan er ongewenste woorden tussen? Laat dan hier een bericht voor mij achter.

Categorieën:

  • synoniemen
© 2025 CoS Mick - Alle rechten voorbehouden.
Privacy Statistieken Over Mick
Rijmwoordenboek op Facebook Volg me op twitter   Cookie-instellingen aanpassen