Dezelfde betekenis (synoniemen)

1 emmeren, griepen, lazeren, malen, mauwen, meieren, mekken, mekkeren, neuzelen, piepen, reutelen, zagen, zaniken, zeiken, zemelen, zemelknopen, zeuren, zeveren, zieken

Betekenis:

langdurig en onnodig klagen of mopperen over iets onbenulligs

Voorbeeld:

Hij zat de hele dag te mieren over het slechte weer.

2 aankloten, aanmodderen, aanrommelen, broddelen, klooien, kloten, klungelen, knoeien, modderen, otteren, pielen, prutsen, rommelen, rotzooien, wurmen

Betekenis:

het doen van onbelangrijk werk zonder echt resultaat te boeken

Voorbeeld:

In plaats van nuttige taken te volbrengen, was hij alleen maar aan het mieren op kantoor.

STORE 

BRON: Open Multi-Lingual WordNet, https://omwn.org/

Ziet u fouten in de woordenlijst? Of staan er ongewenste woorden tussen? Laat dan hier een bericht voor mij achter.