Dezelfde betekenis (synoniemen)

als zelfstandig naamwoord:

1 onbehaaglijkheid, onbehagen, misnoegen, ongenoegen, ontevredenheid, onvrede

Betekenis:

De toestand van ontevredenheid of onvrede.

Voorbeeld:

Na de vergadering heerste er een gevoel van mishagen onder de medewerkers.

als werkwoord:

2 veronaangenamen, verzuren

Betekenis:

Iets doen of zeggen dat iemand niet behaagt of plezierig vindt.

Voorbeeld:

Het voortdurende lawaai begon de buren ernstig te mishagen.

3 plagen, pesten, kwellen, koeioneren, jennen, tergen, ergeren, irriteren, misnoegen, ontstemmen

Betekenis:

Iemand tot last zijn of irriteren door vervelend gedrag.

Voorbeeld:

Zijn constante opmerkingen begonnen de groep te mishagen en irriteren.

STORE 

BRON: Open Multi-Lingual WordNet, https://omwn.org/

Ziet u fouten in de woordenlijst? Of staan er ongewenste woorden tussen? Laat dan hier een bericht voor mij achter.