Dezelfde betekenis (synoniemen)

1 bereiden, klaarmaken, opmaken, prepareren, voorbereiden

Betekenis:

iets beginnen of organiseren

Voorbeeld:

Hij is van plan om een nieuw bedrijf op te zetten.

2 aanzetten, aanhitsen, aanstoken, ophitsen, opruien, opstoken

Betekenis:

aanzetten tot actie of een reactie uitlokken

Voorbeeld:

Ze probeerden de menigte op te zetten tegen het beleid.

3 vermeerderen, aanwakkeren, toenemen

Betekenis:

groter of verder laten groeien

Voorbeeld:

Het bedrijf wil zijn activiteiten in het buitenland opzetten.

4 installeren

Betekenis:

iets installeren of in elkaar zetten

Voorbeeld:

We moeten de nieuwe tent nog opzetten voor het kamp.

7 prepareren

Betekenis:

prepareren van een dierenhuid tot een opgezette vorm

Voorbeeld:

De taxidermist is gespecialiseerd in het opzetten van vogels.

8 opzwellen, uitdijen, uitzetten, zwellen

Betekenis:

iets uitzetten of opzwellen

Voorbeeld:

Na de wandeling zette zijn enkel op van de insectenbeet.

9 aandoen, uitdossen, dragen

Betekenis:

aandoen of dragen van kledingstukken

Voorbeeld:

Ze besloot haar favoriete oorbellen op te zetten voor het feest.

STORE 

BRON: Open Multi-Lingual WordNet, https://omwn.org/

Ziet u fouten in de woordenlijst? Of staan er ongewenste woorden tussen? Laat dan hier een bericht voor mij achter.