Dezelfde betekenis (synoniemen)

1 malheur, tegenslag, tegenspoed, wanbof

Betekenis:

ongeluk of tegenslag die je treft, vaak onverwacht en zonder eigen schuld

Voorbeeld:

Hij had pech met het weer tijdens zijn vakantie, het regende elke dag.

2 autopech, motorpech, panne, verzakking

Betekenis:

niet-functioneren van een voertuig of apparaat, vaak onderweg, zoals autopech

Voorbeeld:

We kregen pech op de snelweg en moesten op een sleepdienst wachten.

3 euvel, kanker, kwaad, ongeluk, onheil, rampspoed

Betekenis:

onfortuinlijk voorval, vaak ernstig van aard, zoals een ongeluk

Voorbeeld:

Het enorme pech dat plaatsvond tijdens de autorit zorgde voor veel schade.

STORE 

BRON: Open Multi-Lingual WordNet, https://omwn.org/

Ziet u fouten in de woordenlijst? Of staan er ongewenste woorden tussen? Laat dan hier een bericht voor mij achter.