Gezocht naar synoniemen voor 'slapen':
Dezelfde betekenis (synoniemen)
als zelfstandig naamwoord:
        1
                               
           maffen, slaap, sluimer
               
    
 
    
        
    
    Betekenis:
de toestand van lichaam en geest die rust en herstellend herstel biedt
Voorbeeld:
Tijdens het slapen herstelt het lichaam zich.
        2
                               
           slaap
               
    
 
    
        
    
Betekenis:
de periode waarin men slaapt
Voorbeeld:
Mijn slaap van acht uur was verkwikkend.
als werkwoord:
        3
                               
           suffen
               
    
 
    
        
    
    Betekenis:
in een toestand van rust zijn waarbij de zintuigen en het bewustzijn gedeeltelijk of geheel zijn uitgeschakeld
Voorbeeld:
Ik ga vroeg naar bed, zodat ik goed kan slapen.
        4
                               
           bronzen, keveren, knorren, maffen, meuren, pitten, rusten, snurken
               
    
 
    
        
    
    Betekenis:
een lichte slaap hebben, zonder diepe rust
Voorbeeld:
Hij zat te slapen tijdens de les.
        5
                               
           de_liefde_bedrijven, naar_bed_gaan_met, slapen_met, batsen, seks_hebben, vrijen, bedvogelen, bibberen, bonken, bonzen, coïteren, flensen, fleppen, fokken, ketsen, kezen, kieren, knarren, naaien, neuken, palen, poepen, rammen, rampetampen, rollebollen, seksen, soppen, vozen, wippen
               
    
 
    
        
    
Betekenis:
met iemand seksueel contact hebben
Voorbeeld:
Zij gingen met elkaar slapen na het feestje.
  STORE   
  BRON: Open Multi-Lingual WordNet, https://omwn.org/
Ziet u fouten in de woordenlijst? Of staan er ongewenste woorden tussen? Laat dan hier een bericht voor mij achter.