Dezelfde betekenis (synoniemen)

1 prijken, pronken

Betekenis:

iets met zorg of trots laten zien

Voorbeeld:

Tijdens de presentatie pakte hij uit met zijn nieuwste uitvindingen.

2 fulmineren, opspelen, uithalen, uitschieten, uitvallen, uitvaren, uitvliegen

Betekenis:

zijn ongenoegen fel uiten

Voorbeeld:

Hij pakte uit tegen het bestuur na de aangekondigde maatregelen.

3 bekomen, leiden, resulteren, uitdraaien, uitlopen, uitmonden, vallen

Betekenis:

een onverwacht resultaat hebben

Voorbeeld:

Het experiment pakte anders uit dan verwacht, tot grote verrassing van het team.

4 uitkleden, ontkleden, uittrekken

Betekenis:

iets uit een verpakking halen

Voorbeeld:

Hij pakte de cadeautjes uit op zijn verjaardag.

STORE 

BRON: Open Multi-Lingual WordNet, https://omwn.org/

Ziet u fouten in de woordenlijst? Of staan er ongewenste woorden tussen? Laat dan hier een bericht voor mij achter.