Dezelfde betekenis (synoniemen)

2 club, klaveren

Betekenis:

Een slagwapen, meestal van hout, dat wordt gebruikt in sommige sporten, zoals honkbal.

Voorbeeld:

De slagman stond klaar met de knuppel om de bal weg te slaan.

3 knots

Betekenis:

Een dik, zwaar wapen met een verdikt uiteinde, vaak in de vorm van een knots.

Voorbeeld:

De ridder hield een grote knuppel vast, klaar om te vechten.

4 sufferd, amateur, broddelaar, dreutel, duts, frutselaar, futselaar, hannes, hobbezak, jandoedel, klungel, kluns, knoeier, knurft, lomperd, lummel, modderaar, prutser, stoethaspel, stuntel, stuntelaar, sukkel

Betekenis:

Een onhandig of onbeholpen persoon, vaak als scheldwoord gebruikt.

Voorbeeld:

Hij speelde als een knuppel op het voetbalveld en miste elke kans.

STORE 

BRON: Open Multi-Lingual WordNet, https://omwn.org/

Ziet u fouten in de woordenlijst? Of staan er ongewenste woorden tussen? Laat dan hier een bericht voor mij achter.