Gezocht naar synoniemen voor 'makker':
Dezelfde betekenis (synoniemen)
1
maatje, maat, partner
Betekenis:
een persoon met wie men een band van vriendschap heeft
Voorbeeld:
Hij ging op vakantie met zijn oude makker van de universiteit.
2
amice, compagnon, deelgenoot, gabber, gezel, kameraad, kompaan, kornuit, maat, vriend, vriendin, vrind
Betekenis:
een persoon met wie men samenwerkt of een activiteit deelt
Voorbeeld:
Zij waren jarenlang zakenmakkers in de onderneming.
3
medespeler, ploegmaat, ploegmakker, teamgenoot
Betekenis:
iemand die samen met anderen in een team zit
Voorbeeld:
De ploegmakker hielp bij het verdedigen van het doel.
STORE
BRON: Open Multi-Lingual WordNet, https://omwn.org/
Ziet u fouten in de woordenlijst? Of staan er ongewenste woorden tussen? Laat dan hier een bericht voor mij achter.