Dezelfde betekenis (synoniemen)

als zelfstandig naamwoord:

1 opsomming, tel, telling, telwerk

Betekenis:

een lijst of overzicht van genoemde of genoteerde elementen.

Voorbeeld:

Een opsommen van de aanwezige middelen werd verstrekt voor de inventarisatie.

als werkwoord:

2 opnoemen

Betekenis:

het een voor een vermelden van dingen, vaak in een opsomming.

Voorbeeld:

Ze begon de voordelen van het plan op te sommen, zoals lagere kosten en hogere efficiëntie.

3 rekenen, tellen

Betekenis:

de getallen werkelijk optellen om tot een som te komen.

Voorbeeld:

We moesten alle uitgaven opsommen om te weten hoeveel we in totaal hebben uitgegeven.

4 uittellen, opnoemen, rangschikken

Betekenis:

elementen in een bepaalde volgorde weergeven.

Voorbeeld:

Tijdens het spel moest hij de verschillende onderdelen opsommen en rangschikken.

5 excerperen, extraheren, recapituleren, resumeren, samenvatten, uittrekken

Betekenis:

belangrijke punten of kenmerken uit een groter geheel halen en samenvatten.

Voorbeeld:

Bij het afsluiten van de vergadering besloot de voorzitter de belangrijkste beslissingen op te sommen.

STORE 

BRON: Open Multi-Lingual WordNet, https://omwn.org/

Ziet u fouten in de woordenlijst? Of staan er ongewenste woorden tussen? Laat dan hier een bericht voor mij achter.