Dezelfde betekenis (synoniemen)

als zelfstandig naamwoord:

1 samenleving, gilde, gezelschap, sociëteit, club, vereniging

Betekenis:

Een georganiseerde groep of gemeenschap met gemeenschappelijke doelen of belangen.

Voorbeeld:

De monniken zijn lid van een religieuze orde.

2 decreet, beschikking, bevelschrift, lastbrief, mandaat, resolutie

Betekenis:

Een officiële instructie of bevel, vaak opgelegd door een autoriteit.

Voorbeeld:

De burgemeester gaf een orde om het park te sluiten.

3 bevel, commando, gebod, order, sommering

Betekenis:

Een directe instructie of opdracht gegeven door iemand met gezag.

Voorbeeld:

De sergeant gaf de orde om te vuren.

4 regelmaat, volgorde

Betekenis:

Regelmatigheid of systematische organisatie van dingen of gebeurtenissen.

Voorbeeld:

Hij probeerde de orde in zijn bureau te herstellen.

als werkwoord:

5 oefenen, trainen, zelfbeheersing, tucht, discipline, disciplineren

Betekenis:

Zichzelf of anderen in een disciplinaire regime plaatsen om specifieke vaardigheden of gedragsnormen te ontwikkelen.

Voorbeeld:

Hij moest zichzelf iedere ochtend in orde en discipline beoefenen om fit te blijven.

STORE 

BRON: Open Multi-Lingual WordNet, https://omwn.org/

Ziet u fouten in de woordenlijst? Of staan er ongewenste woorden tussen? Laat dan hier een bericht voor mij achter.