Dezelfde betekenis (synoniemen)

als zelfstandig naamwoord:

1 gelijkmoedigheid, gelatenheid, kalmte, beheersing, bedaardheid

Betekenis:

Het vermogen om emoties en impulsen onder controle te houden.

Voorbeeld:

Hij toonde grote zelfbeheersing door rustig te blijven tijdens de ruzie.

2 wilskracht, zelfcontrole

Betekenis:

Het vermogen om innerlijke krachten en doelen te sturen.

Voorbeeld:

Haar zelfbeheersing hielp haar om zich aan haar dieet te houden, ondanks de verleiding.

als werkwoord:

3 oefenen, trainen, orde, tucht, discipline, disciplineren

Betekenis:

Het proces of de daad van het beheersen van impulsen en reacties.

Voorbeeld:

Het is belangrijk om zelfbeheersing te oefenen om stressvolle situaties te hanteren.

STORE 

BRON: Open Multi-Lingual WordNet, https://omwn.org/

Ziet u fouten in de woordenlijst? Of staan er ongewenste woorden tussen? Laat dan hier een bericht voor mij achter.