Dezelfde betekenis (synoniemen)

als zelfstandig naamwoord:

1 afwachten, bedienen, wacht

Betekenis:

De periode van tijd waarin men wacht.

Voorbeeld:

Het wachten op de uitslag duurde langer dan verwacht.

als werkwoord:

2 liggen, klaarliggen, afwachten, opwachten, verbeiden, verwachten

Betekenis:

Verblijven tot iets gebeurt of iemand arriveert.

Voorbeeld:

Ik moet bij de bushalte wachten totdat de bus komt.

3 grijpen, vasthouden

Betekenis:

Je klaarhouden om iets of iemand snel te grijpen of vast te houden.

Voorbeeld:

De kat zit stil en wacht op de muis om te springen.

6 hoeden, letten, opletten, oppassen, uitkijken, waken

Betekenis:

Waakzaam zijn, vooral om gevaren, problemen of kansen op te merken.

Voorbeeld:

Je moet goed wachten als je met kinderen de straat oversteekt.

STORE 

BRON: Open Multi-Lingual WordNet, https://omwn.org/

Ziet u fouten in de woordenlijst? Of staan er ongewenste woorden tussen? Laat dan hier een bericht voor mij achter.