Dezelfde betekenis (synoniemen)

als zelfstandig naamwoord:

1 stilstand, vastgrijpen, arrest, aanhouding, arrestatie

Betekenis:

Een situatie waarin iets of iemand wordt vastgehouden of gevangen.

Voorbeeld:

De grijpen van een verdachte door de politie verliep zonder problemen.

als werkwoord:

2 vangen

Betekenis:

Iets snel en stevig vastpakken met de handen.

Voorbeeld:

Hij grijpt de bal voordat deze de grond raakt.

4 wachten, vasthouden

Betekenis:

Iemand of iets stevig vasthouden om te wachten of controleren.

Voorbeeld:

Hij grijpt de arm van zijn vriend om hem tegen te houden.

6 beetkrijgen, beetpakken, vastgrijpen, vastpakken, vatten

Betekenis:

Een persoon of object nauwgezet vastpakken of beetkrijgen.

Voorbeeld:

De hond grijpt de stok die naar hem wordt gegooid.

7 vatten, vastnemen, vastgrijpen, toegrijpen, grissen, graaien, beetpakken, nemen, pakken

Betekenis:

Actief en snel iets of iemand pakken of nemen met de handen.

Voorbeeld:

Bij de opruiming grijpen mensen naar de afgeprijsde artikelen.

STORE 

BRON: Open Multi-Lingual WordNet, https://omwn.org/

Ziet u fouten in de woordenlijst? Of staan er ongewenste woorden tussen? Laat dan hier een bericht voor mij achter.